Wil jij beter worden in taal?
Dan is dit gedeelte super fijn.
Je kan hier naar verschillende links.
Thema 3 groep 7 Themawoorden
Week 1
Carnavalskraker - Een lied dat populair is met carnaval.
Zich vermommen - Je zo verkleden dat je onherkenbaar bent.
Het volksfeest - Een feest dat op straat gevierd wordt en waar heel veel mensen aan meedoen.
Ingetogen - Rustig, bescheiden.
Uitbundig - Vrolijk, uitgelaten.
Beduusd - Stil van verbazing.
De traditie - Iets wat op dezelfde manier gedaan wordt zoals mensen het gewend zijn.
Doordringend - Iets wat dwars door alles heen gaat.
Troebel - Een vloeistof die niet helder is, waar je niet goed doorheen kunt kijken.
Uit de kluiten gewassen - Groot en stevig gebouwd.
Uit je bol gaan - Heel erg uitgelaten zijn.
Zo zout heb ik het nog nooit gegeten - zoiets raars heb ik nog nooit meegemaakt.
Week 2
De bevalling - Het moment waarbij een baby geboren wordt.
De vroedvrouw - Een vrouw die voor haar beroep helpt bij bevallingen.
De kraamvrouw - Een vrouw die net bevallen is .
De navelstreng - Een koord waarmee de baby in de buik met zijn moeder verbonden is, door de navelstreng gaat het bloed van de moeder naar de baby. Als de baby geboren is, wordt deze doorgeknipt.
Afkeurend - Als je afkeurend kijkt,laat je door je blik merken dat je het er niet mee eens bent.
Goedkeurend - Als je goedkeurend knikt, laat je door te knikken zien dat je het er wel mee eens bent.
Voordien - Daarvóór.
Gebruikelijk - Zo wordt het altijd gedaan, het is een gewoonte.
De bijdrage - Wat je geeft het kan geld zijn of iets anders. Ik geef een bijdrage aan Tom Kerkmeester omdat hij zo van geld houd.
De methode - De manier.
Ingrijpen - Je bemoeit je ermee, omdat je denkt dat het anders verkeerd gaat.
In de kinderschoenen staan - Het moet zich nog ontwikkelen. Het is nog maar net begonnen.
De sprinkhaan - Een insect met lange achterpoten waarmee hij ver kan springen.
De termiet - Een insect dat op een mier lijkt en leeft in warme landen.
Likkebaarden - Je lippen aflikken omdat je je op iets lekkers verheugt.
Kokhalzen - Bijna overgeven.
Afhankelijk van - Hangt af van, of we morgen naar het strand gaan is afhankelijk van het weer.
Voedzaam - Met veel energie en voedingsstoffen.
Aanprijzen - Reclame maken voor iets of iemand.
Week 3
De sprinkhaan - Een insect met lange achterpoten waarmee hij ver kan springen.
De termiet - Een insect dat op een mier lijkt en in warme landen leeft.
Likkebaarden - De lippen aflikken omdat je je verheugt op iets lekkers.
Kokhalzen - Bijna overgeven.
Afhankelijk van - Hangt af van. Of we morgen naar het stand gaan, is afhankelijk van het weer.
Voedzaam - Met veel energie en voedingstoffen.
Aanprijzen - Reclame maken voor iets of iemand.
Het alternatief - Een andere mogelijkheid. Een alternatief voor het strand is het binnenzwembad.
Behoefte hebben aan - Iets willen hebben, iets nodig hebben.
De bouillon - Een dunne soep gemaakt van vlees, vis, groente of kruiden.
In totaal - Alles bij elkaar.
Het water loopt me in de mond - Ik denk dat het erg lekker is.
thema 4 week
Democratisch - Iedereen beslist mee, de meeste stemmen gelden.
De verkiezing - Door te stemmen word er iemand gekozen. Als er een verkiezing is, mag je op iemand stemmen.
Het stemrecht - Als je het stemrecht hebt, mag je meedoen met een verkiezing.
De inspraak - Je mag je mening over iets geven, waardoor je een verkiezing kan beinvloeden.
Volledig - Helemaal.
Beperkt - Gedeeltelijk. Sommige dingen mogen of kunnen niet.
Rechtvaardig - Eerlijk en volgens de regels.
Ten opzichte van - Vergeleken met.
De buitenkans -
week 2
De tulband - een hoofddeksel dat bestaat uit een lapp stof.
De sombrero - een hoed met een hele brede rand die hoort bij de kledendracht van Mexico.
Het keppeltje - een rood kapje dat joden dragen.
Het hoofddeksel - een kledingstuk voor op je hoofd.
Aanwakkeren - heftiger maken,
door het schelden wakkerde hij de ruzie.
Sussen - kalmer maken,
door de ruzie te sussen werden er gewonden voorkomen.
Terecht - juist, het klopt,
Lieke Martens is terecht gekozen tot beste voetballer.
Zich wenden tot - iets vragen of zeggen tegen iemand.
De variant - het lijkt op iets maar het is net iets anders.
Pasklaar - op maat gemaakt, de gordijnen zijn pasklaar.
Willekeurig - zomaar gekozen.
Je niet uit het veld laten slaan - je raakt niet ontmoedigd of in de war als iemand je tegenspreekt.
week 3
De minstreel - een middeleeuwse zanger die rondreisde langs kastelen.
De page - Een jongen in dienst van een ridder die dingen leert om later zelf ook ridder te worden, zoals zwaardvechten en paardrijden.
De nar - Een middeleeuwse clown of grappenmaker.
De mustang - Een Noord-Amerikaans wild paard.
De rodeo - Een wedstrijd waarin cowboys zo lang mogelijk op een wilden paarden proberen te zitten.
De prairie - Een grote grasvlakte in Noord-Amerika.
Als het ware - Je kunt het ermee vergelijken. Dromen is als het ware reizen door je fantasie.
De plicht - De taak, de opdracht.
Suggereren - voorzichtig een voorstel doen.
Als bij toverslag - plotseling, geheel onverwachts.
Door het oog van de naald kruipen - nog maar net van het gevaar ontsnappen.
Oog hebben voor - aandacht hebben voor.
BLOK 5
week 1
Slaapverwekkend - heel erg saai.
Boeiend - Spannend, iets wat je aandacht vasthoudt.
Het formaat - De grootte.
De werktekening - Een tekening waarop je kan zien hoe iets in elkaar zit of hoe iets gemaakt moet worden.
De doorsnede - Dat wat je ziet als je iets doorsnijdt.
De installatie - Het neerzetten en aansluiten van apparaten zodat ze gebruikt kunnen worden.
Bevatten - Iets in zich hebben. De fles bevat 1 liter.
Degelijk - Iets wat goed of stevig in elkaar zit.
Typisch - Iets wat ervoor zorgt dat iets of iemand zich onderscheid van anderen.
Instellen - Bij een apparaat kiezen hoe het moet gaan werken. ik stel de wasmachine in op 40 graden.
Trappelen van ongeduld - (Bijna) niet kunnen wachten tot iets begint.
Week 2
Innovatief - Vernieuwend. De ontwerper maakt zeer bijzondere kleding, ze is innovatief.
Inventief - Als je met gemak overal een oplossing voor weet.
Functioneel - Geschikt voor het doel.
Exact - Heel precies.
Ruwweg - Ongeveer. De hoogte van deze auto is ruwweg 2 meter.
De demonstratie - Het laten zien hoe het werkt.
Het risico - De kans op het gevaar of iets vervelends.
het genie - Iemand die ergens bijzonder goed in is.
Het prototype - Een proefmodel. De uitvinder maakt eerst een prototype van zijn robot om te kijken of alles werkt.
Hedendaags - Van nu , van deze tijd.
Iemand of iets uit het oog verliezen - Je hebt geen contact meer met iemand terwijl je dat eerst nog wel had.
De spijker op de kop slaan - Je maakt een opmerking die precies zegt hoe iets zit.
Thema 3 groep 8 Themawoorden
Week 1
De impressie - De indruk. De film geeft een goede impressie van het leven in het oerwoud.
De bezienswaardigheid - Iets wat bijzonder de moeite waard is om te bekijken.
Het tafereel - Een afbeelding van een situatie waar je een tijdje naar kijkt op een schilderij, een foto of in het echt.
Uitvoerig - Uitgebreid, met veel woorden. Hij vertelde uitvoerig over zijn vakantie.
Beknopt - Kort, met zo min mogelijk woorden. De voorzitter gaf een beknopt verslag over de vergadering.
Het overblijfsel - Iets wat over is. In Maastricht zijn nog overblijfselen van de oude stadsmuur.
Legendarisch - Net als in een legende. Julius Ceasar is een legendarische figuur.
Afdruipen - weggaan omdat je bang bent of omdat je je schaamt. Na een mislukte truc droop de goochelaar af.
De mentaliteit - de manier waarop je denkt en voelt. vroeger hadden mensen een andere mentaliteit over het milieu dan nu.
De verontreiniging - De vervuiling. De verontreiniging werd veroorzaakt door de giftige afvalstoffen van de fabriek.
Het niet breed hebben - Weinig geld hebben, arm zijn.
Week 2
Onderschatten - Denken dat iets of iemand minder goed is dan hij eigenlijk is. Mijn moeder denkt dat ik niet alleen naar de winkel kan, maar dat kan ik best, ze onderschat me.
Overschatten - Denken dat iemand of iets beter is dan hij of het eigenlijk is. ik dacht dat pierre de snelste zou zijn, maar ik had hem overschat.
Het dashboard - Een bord met knoppen en meters rond het stuur van een auto of vliegtuig.
De pook - Met deze hendel bedien je de versnelling van een auto.
De contactsleutel - De sleutel die je gebruikt om de auto te starten
Negeren - Net doen alsof iemand of iets er niet is, er geen aandacht aan schenken.
Exclusief - Bijzonder, speciaal. Dit exclusieve boek bevat originele tekening van de illustrator.
De documentaire - Een verslag in beeld en/of geluid over iets wat echt gebeurd is.
Ontglippen - Glijdend ontsnappen. Ik dekte zo gehaast de tafel dat een bord me ontglipte en kapot viel.
Hakkelen - Met moeite praten, met onderbrekingen, bijvoorbeeld omdat je verlegen bent.
Manoeuvreren - Een voertuig van richting doen veranderen. Zij manoeuvreerde de auto handig in de krappe parkeer plaats.
De knoop doorhakken - Een beslissing nemen. Toen we er niet meer uitkwamen wat we op vakantie zouden doen, hakte mijn moeder de knoop door. ´We gaan kamperen.´
Week 3
Comfortabel - Gemakkelijk en fijn. Dit vakantiehuis is comfortabel; het heeft een badkamer.
Luxueus - Extra gemakkelijk en fijn. Dit vakantie huis heeft drie badkamers.
Primitief - Eenvoudig. dit vakantiehuis is primitief; het heeft geen badkamer.
Overbruggen - Een tijd doorbrengen of een afstand afleggen. We moesten tijdens onze overstap van Chicago naar Los Angeles drie uur
op het vliegveld overbruggen.
Verstrijken - Voorbijgaan. Er is een uur verstreken sinds zijn vertrek.
De tijdspanne - De tijdsduur, hoelang iets duurt. De tijdspanne van de vlucht bedraagt vier uur.
Euforisch - Heel blij.
Eropuit trekken - Ergens naar toe gaan.
ontrafelen - Oplossen, ontcijferen.
De gedachtegang - Manier van denken.
Ik kan zin gedachtegang goed volgen.
In beslag nemen - In bezit nemen. De kinderen zijn zo druk, ze nemen mijn tijd in beslag.
De tijd vliegt - De tijd gaat snel voorbij. Dit zeg je vooral als je iets dat dat je heel leuk vindt.
thema 4 week 1
groep 8:
Zich ergens voor op geven - Aangeven dat je ergens aan mee wilt doen, of dat je ergens lid van wilt worden. Hij geeft zich op voor de muzieklessen op zijn school.
Zich ergens voor afmelden - Aangeven dat je ergens niet aan mee of kunt doen, of dat je geen lid wil zijn.
De maillot - Dikke kousen met een broekje eraan vast.
De geografie - De van tevoren bedachte passen en bewegingen die een danser maakt.
Het voetenwerk - De manier waarop je je voeten gebruikt bij allerlei sporten en bij het dansen. De bokser moet het hebben van zijn goede voetenwerk.
De bevestiging - Als iemand je laat weten dat iets klopt, of dat iets doorgaat.
Het type - Een persoon met bepaalde eigenschappen. Hij is niet het type om rustig op de bank te zitten en een boek te lezen.
De commissie - Een groep mensen die samen iets moet regelen. Er is een commissie voor de organisatie van het eindfeest.
Omschrijven - Met woorden aangeven wat iets is, of wat iets betekend Je kunt een ekster het best omschrijven als een lawaaiige zwart-witte vogel met een lange staart.
Constateren - Vaststellen. De juf constateert dat de rekentoets niet goed gemaakt is.
Allerminst - Helemaal niet.
Ergens je hand niet voor omdraaien - Iets heel gemakkelijk doen. Een band plakken? Daar draai ik mijn hand niet voor om!
week 3
De toename - Het meer of groter worden. Vlak voor Valentijn is er een toename van aankoop van rode rozen.
De afname - Het minder of kleiner worden. Door de aanleg van de zesbaanse weg is er een afname van het aantal files in de Randstad.
Onweerstaanbaar - Heel aantrekkelijk.
Smachten naar - Verlangen naar.
Iemand versieren - Heel aardig tegen iemand doen met als doel dat iemand je leuk ging vinden.
Het sjabloon - Een vorm of tekening die bedoeld is om vaker te gebruiken.
Intens - Heel erg. De vakantie was heerlijk, we hebben er intens van genoten.
Verschaffen - Ervoor zorgen dat iemand iets krijgt. Dat bedrijf verschaft veel mensen werk.
Inclusief - Wat erbij hoort. het boek kost 15 euro inclusief verzendkosten.
Ergens in verzeild raken - toevallig in een bepaalde situatie komen.
Tot elke prijs - Wat het ook kost, wat voor moeite het ook kost.
Ik wil tot elke prijs voorkomen dat ik verbrand in de zon
Ergens je ogen niet vanaf kunnen halen - Iets is zo boeiend dat je er de hele tijd naar kan kijken.
BLOK 5
week 1
Het briesje - Een zacht fris windje.
De windhoos - Een wind die snel ronddraait, en die heel sterk is waardoor hij van alles meesleurt. Een windhoos waait maar in een klein gebied.
De orkaan - een heel harde storm.
Het staal - Een mengsel van ijzer met een beetje koolstof.
Het platina - Een duur metaal met de kleur van zilver. Het wordt gebruikt om sieraden van te maken.
Het aluminium - Een licht, zilverkleurig metaal. Vliegtuigen zijn vaak van aluminium gemaakt.
Het zink - Een blauwachtig zacht metaal. het wordt bijvoorbeeld gebruikt om dakgoten van te maken.
Welgeteld - Nadat je het precies geteld hebt. Op de schaal liggen welgeteld 8 banana's.
Vergezeld gaan van - Samen met. Onweer gaat meestal vergezeld met regen.
Gebiologeerd - Als je ergens zo voor geboeid bent dat je nergens anders meer naar kijkt. Hij kijkt gebiologeerd naar het concert van Ariane Grande.
Bedaard - Rustig.
Door merg en been gaan - Het is hard en naar om aan te horen. Het gehuil van de baby ging door merg en been.
Week 2
Onregelmatig - Af en toe, het is niet te voorspellen. Op onregelmatige tijden zien we een hert in onze tuin lopen.
Geregeld - Regelmatig, vaak. Ik speel viool. Ik moet geregeld oefenen.
Continu - De hele tijd. Leroy heeft continu een vervelende piep in haar oor.
De aardkorst - De buitenste laag van onze planeet, daar leven wij op.
De plaat - Een stuk van de aarde, die heel langzaam beweegt.
Het epicentrum - Het middelpunt van de aarde.
De toestand - De staat waarin iets of iemand zich bevind. Volgens de artsen is de toestand van de opa stabiel, hij zal snel weer beter worden.
Doorslaggevend - Dat wat de beslissing bepaald. We konden niet kiezen welke eindmusical we gingen doen, de beslissing van de meester was doorslaggevend.
landinwaarts - Vanaf de zee of het meer het land in.
Opgewassen zijn tegen - Sterk genoeg zijn om iets of iemand aan kunnen.
Het zekere voor het onzekere nemen - Voorzichtig zijn, geen risico nemen. We gaan hier weg voor het misschien te laat is, we nemen het zekere voor het onzekere.
Per slot van rekening - Uiteindelijk, als je bekijkt wat er gebeurd is.
Thema 6
Week 1
Evalueren - Kijken en bespreken wat er gebeurt is en wat er gedaan is, en daar je mening over geven.
Interpreteren - Uitleggen welke betekenis iets heeft. Ik interpreteer de titel van het boek als een verwijzing naar de moeder.
Analyseren - Bekijken hoe iets in elkaar zit. Je kunt een boek analyseren door te kijken hoe het verhaal is opgebouwd, wie de hoofdpersoon is en wat de verhaallijn is.
Mondjesmaat - Een kleine hoeveelheid. De krant geeft maar mondjesmaat informatie over het kampioenschap van Feyenoord.
Overvloedig - Heel erg veel - De tomatenoogst is dit jaar overvloedig.
Bevallen - Iets goed, leuk of mooi vinden. Het nieuwe taalboek bevalt mij goed.
De recensent - Iemand die een recensie schrijft.
Beïnvloeden - Invloed op iets of iemand uitoefenen. Het irritante jongetje was beïnvloed door zijn vervelende vriendje.
Geloofwaardig - Iets waarvan je kunt aannemen dat het waar is. In dat boek staat een geloofwaardig verhaal over de steentijd.
Taalverhaal themawoorden door gemaakt door Tim (Groep 7 & Groep 8)
Gisteren waren we eindelijk klaar met het opknappen van de geul. We deden het met een vermogend man en een straatarme zwerver. We deden dit om dat er veel makreel in zit maar ze ontsnappen aan de aandacht door alle algen. De gemeente wilde eigenlijk de geul slopen, maar toen zeiden wij welwillend dat wij het wel willen doen. Toen gaven ze het afwijzend toe.
Taalverhaal thema 2 week 2 door Liam & Tom Kerkmeester (Groep 7 & Groep 8)
Er was een eens een opgewonde man die bevriend was met een relaxte man. Ze waren experts in roeien omdat ze precies wisten hoe ze de haal moesten doen, ze vonden roeien ook leuk omdat je lekker deint. Ze waren ook experts met het bouwen van de kleine bootjes, de riem en het roeiblad. De opgewonden man wilde het bemoeilijken maar de relaxte man had daar dus geen zin in want dan zal hij er een potje van maken dus kregen over de zienswijze van beide. Op begeven moment kregen ze ruzie de opgewonden man vond dat de relaxte man hem voor vol moest aanzien voor een keer. Maar de relaxte man vond het zo goed met het bootje dus de opgewonden man moest het berusten. De relaxte man moest de opgewonden man in toom houden want anders zou het uit de hand lopen en beurde de opgewonden man op. Ze waren onverbiddelijk want het wordt hun te snel overtollig. Ze zijn door schade en schande wijs geworden dat ruzie maken niet goed is want dan zaai je paniek. toen alles weer goed was gingen ze roeien en kwamen een wrak tegen, ze wilden het wrak hebben om een boot van te maken dus ze verzonnen een list... Aanvankelijk gingen ze het met een touw proberen maar dat lukte niet want het wrak was veelte zwaar.
Taalverhaal thema 2 week 3 door Tim & Tom Kerkmeester
Er was eens een vrouw met een hart van goud, ze had een sympathieke man die ze uiteraard koesterde. Ze waren een ideaal stel dat barstensvol ideeën zat. Naast dat ze slim en aardig waren hadden ze ook nog een intuïtief voor woordspeling. Ze waren erg zuinig op het milieu, daarom verafschuwde ze alles en iedereen die het milieu vervuilen. Ze hadden samen een verzameling schelpen die erg dierbaar voor ze waren. De vrouw had als beroep schilder. Ze maakte een schilderij altijd heel fijnzinnig. Haar man had als beroep rationeel wetenschapper. Hij was zeer bekend bij de mensen in hun dorp. Ze woonde namelijk in Zevenlicht, dat is een rustig plaatsje in de bergen van Duitsland.
Taalverhaal thema 3 week 1 door Tim
In Duitsland vieren ze vandaag uitbundig carnaval met veel carnavalskrakers, en zelfs de stoere uit de kluiten gewassen mensen gaan uit hun bol. Carnaval is een echte traditie in Duitsland bijna iedereen doet mee dus noemen ze het een volksfeest. Alleen alle vissen in de sloot in de buurt van Lisa en Lisa zelf zijn niet blij. Dat komt doordat de mensen rond het meer dansen en er afval in gooien. Het water wordt er troebel door en de vissen botsten beduusd tegen elkaar aan waarbij ze zeggen: 'zo zout heb ik het nog nooit gegeten.'
Taalverhaal groep 8 thema 3 week 1 door Tom Kerkmeester
Er was ooit een legendarisch kasteel, heel uitvoerig gebouwd , helaas zijn er nog maar een paar overblijfselen, maar toch is het een bekende bezienswaardigheid. Je moet wel lef hebben als je daarheen gaat want het is best eng omdat het er zo beduusd is, er zijn weleens mensen afgedropen. toch hebben veel mensen de impressie om het te bezoeken de andere hebben hun eigen mentaliteit.
Taalverhaal groep 7 thema 3 week 4 door Tim & Tom Kamman
Laatst ging ik met mijn familie op vakantie naar Afrika (vader, moeder en mijn broertje). Toen we eenmaal aankwamen bij onze slaapplaats en we langs een marktje liepen werd ons meteen drinkbouillon met termieten en sprinkhanen aangeprezen. Mijn vader likkebaarden bij het idee om dat 's avonds te drinken, maar ik en mijn moeder moesten bijna kokhalzen van dat. Mijn vader verdedigde fel dat de bouillon wel heel voedzaam was, maar ik zei daarop dat we niet afhankelijk zijn van die bouillon. Dus moesten we een alternatief bedenken voor het eten die avond. Toen we in totaal 23 winkels hadden gehad zag ik iets waar het water me van in de mond liep. Het was pizza! Ik had toen echt even behoefte aan wat normaal eten. Toen we eindelijk thuis waren van de vakantie was ik blij dat ik eindelijk weer gewoon wifi had.
Taalverhaal groep 7thema 4 week 1 door Tom Duppen
Gisteren was er bij het gemeentehuis een democratische verkiezing waarin iedereen stemrecht had. Echt iedereen had inspraak, zelfs de kinderen. Het was heel rechtvaardig. Dus de kinderen zagen we een buitenkans. Het was namelijk een verkiezing over wat er in de stad bij moest komen. Een dierentuin of een winkelcentrum. Ten opzichte van het winkelcentrum vond Henk de dierentuin het leukst. 3 dagen later was het zo ver. De stad was volledig een chaos. Alle kinderen hadden de bloemetjes buiten gezet omdat er een dierentuin kwam. De burgemeester ging het plan wel een beetje bijstellen. Zo kon hij voor iedereen nog een beetje respect afdwingen. Het was beperkt.
Taalverhaal groep 8 thema 4 week 1 door Tim & Alme
Chantal heeft zich opgegeven voor de danswedstrijd. Ze denkt dat ze haar hand er niet voor hoeft om te draaien, maar toch heeft ze van haar voetenwerk een choreografie gemaakt. Vorige week had ze nog een bevestiging gekregen via de mail. En nu staat ze daar dan in haar maillot. Haar vriendin wou mee doen, maar ze heeft zich uiteindelijk afgemeld. Ze is zo'n type dat heel verlegen is. Zo ze is eindelijk klaar, alleen nog een interview met de pers hoe ze de commissie omschrijft. En wat heb je geconstateerd over de commissie? Ze zijn allerminst aardig en ook heel streng.
Taalverhaal groep 8 thema 4 week 2 door Tim
Dit verhaal gaat over Olivier; een gewone jongen met zoals iedereen wel een idool. Het enige wat anders aan hem was is dat hij zijn idool adoreert. Zijn idool? De vermaarde Justin Bieber. En dan nu het verhaal.
Het was een zonnige dag. Olivier zat op zijn kamer liedjes te luisteren. Justin Bieber natuurlijk. Zijn moeder verguisde het dat hij dat de hele dag door luistert maar ze doet er niks tegen. Dat komt doordat ze zelf een aanhanger is
Taal verhaal groep 7 thema 4 week 3 door Tom Duppen
Gisteren was ik in Amerika en daar keken we naar een rodeo op de prairie. Het thema was Carnaval, want dat vieren ze ook in Amerika. Iedereen was verkleed. Er was een nar, een minstreel, een politie, een page etc. Als bij toverslag kwamen er cowboys op een mustang aanrijden. Het ging nog maar net goed want, een cowboy kroop net door het oog van de naald, zijn paard sloeg namelijk op hol. Toen hij de microfoon kreeg, suggereerde hij verlegen een voorstel om te stoppen omdat hij het te gevaarlijk vond. Maar dat kon niet want hij had nog de plicht om nog twee shows door te gaan. Als ik mijn ogen dicht doe kom ik als het ware weer terug in de wereld van de cowboys.
Taalverhaal groep 7 thema 4 week 3 door Tim
Mark loopt door de stad; hij is op weg naar zijn opa. Hij heeft zijn ogen dicht zo is het net alsof hij terug reist naar onder andere het jaar 1400 als bij toverslag staat er dan ook nog een uitvinder voor zijn neus. 'zo, mijn plicht zit erop', zegt hij. Mark suggereert: 'bent u een geheime agent?'. 'Wie ik? Nee ik ben professor R. Bartje.' De professor klopte wat rood spul van zich af. 'Je vraagt jezelf vast af waar ik vandaan komt? Het antwoord op je vraag is de ridders en de cowboys.' 'Wat bedoelt u?', vraagt Mark. 'Bedoelt u dat u uit het verleden komt?!' 'Ja', antwoordt de professor. 'Met een echte tijdmachine' 'Ja en als ik het zo zie heb jij wel oog voor dat.' 'Ja ik smacht er al lang naar om een echte nar te ontmoeten of een page of misschien wel een minstreel. Of naar de cowboys met hun revolvers. De professor haalt een apart horloge van zijn pols. 'Weet je wat? ik ga met jou naar de prairie en dan gaan we lekker naar een rodeo kijken met echte mustangs.' 'Echt waar? mag dat echt?', vraagt Mark met veel ongeloof. 'Ja en dan kunnen we zien hoe al die cowboys nog net Door het oog van de naald kruipen als het paard te wild is.' Ineens bedenkt Mark zich dat hij niet zo goed tegen stof kan en al helemaal niet tegen paarden. 'Wacht meneer de professor.' 'Zeg maar Roeland', zegt de professor. 'Roeland, ik kan niet tegen al dat stof en die paarden. Ik kan niet mee! Sorry, doei!' Mark rent weg, terwijl hij tegen zich zelf zegt: 'Dat is het raarste wat ik ooit heb meegemaakt.
Taalverhaal groep 8 thema 5 week 1 door Tim
Hoi, ik ben Lies ik ben 10 jaar oud en hou van tekenen. Ik ga wat vertellen over het werk van mijn ouders. Laat ik maar beginnen. Mijn vader heet Jan hij is 40 jaar oud en werkt bij een bedrijf dat grondstoffen uit de grond haalt zoals: staal een mengsel van ijzer en een beetje koolstof. Het is sterker dan ijzer, platina een duur metaal met de kleur van zilver. Het wordt gebruikt om sieraden van te maken, aluminium een licht, zilverkleurig metaal. Vliegtuigen zijn vaak van aluminium gemaakt, zink een blauwachtig, zacht metaal. Het wordt gebruikt om dakgoten van te maken. Hij is de administrator van het bedrijf. Daarnaast is verzameld hij mineralen. Hij heeft er welgeteld 18, maar hij is nog lang niet klaar. Mijn moeder werkt bij een bedrijf dat onderzoek doet naar natuurrampen. Ze is gebiologeerd door orkanen en dat gaat vergezeld met briesjes en windhozen. Ik zelf wordt (heel raar) bedaard door als iemand met zijn nagels over een schoolbord ga en dan dat geluid dat door merg en been gaat.
Taalverhaal groep 7 EN 8 door Tom Kerkmeester.
Een briesje of een windhoos beide is het niet voor avonturier Arie, voor hem is het zelfs slaapverwekkend. Alleen een orkaan is nog een beetje boeiend. Arie is een bergbeklimmer van goed formaat wat vergezeld gaat met grote spierballen, kortom een degelijke man, hij is alleen gebiologeerd over het weer. Hij vindt het klimmen leuk omdat het bovenaanzicht zo geweldig mooi is en omdat de doorsnede van een steen mooi is. Als hij dan bijna naar een berg gaat trappelt hij van ongeduld. In aries normale leven zorgt hij voor een installatie van verschillende soorten staal: het plantina, het aluminium, en het zink welgeteld 3 soorten stalen. Je zal denken dat het een hele drukke stoere man is maar dat valt mee, hij is redelijk bedaard en hij heeft niet een stem die door merg en been heen gaat. Het is een typische Nederlander. Het minst leuke aan zijn beroep is het instellen van een werktekening.hij leeft ook heel gelukkig